Derawan archipel

30 juni 2018 - Derawan Islands, Indonesië

We hadden al gelezen dat het lastig zou zijn om bij de Derawan eilanden te komen. De eilandengroep ligt voor de kust van Noord-Borneo in de Celebeszee (2°16'52.0"N 118°14'42.2"E) bijna tegen de Filipijnen aan. Vanaf Banjarmasin vliegen we via Balikbapan naar Berau. In 2,5 uur worden we door een Indonesische Rossi naar Tanjung Batu gereden. We blijven een week op Derawan dus we moeten er voor zorgen dat we voldoende cash bij ons hebben. Op de eilanden kun je nl. niet pinnen. Voor ongeveer 300 euro heb je 100 briefjes van 50.000 RP in je beurs zitten. 

We stappen in een kleine speedboat. De bestuurder heeft een donkere leer gelooide huid. Hij lijkt op een piraat. Hard tanig gezicht en een pezig lijf. Om het geheel af te maken heeft hij een bandana om zijn hoofd gebonden, een snelle zonnebril en een rasperigere stem. Het is inmiddels half 6. We moeten vóór het donker aankomen. We vliegen over het water en laten het vasteland achter ons liggen. Onderweg zien we drijvende vissershuizen op zee. 

Langzaam komt het eiland Derawan dichterbij. We komen bij een kleine pier aan. Tientallen kinderen springen in het water. Het is een kleurrijk gezicht. We stappen uit de boot. Er staat een jonge slanke man op ons te wachten. We hebben nl. 2 nachten bij Reza homestay gereserveerd. Hij gaat ons voor naar onze kamer. De homestay staat op de pier en is op palen gebouwd. Door de kieren zie je de azuurblauwe zee. We worden nieuwsgierig aangekeken door Indonesische weekendtoeristen. Ohnee, daar hebben we geen rekening mee gehouden. Indonesische weekendtoeristen zijn over het algemeen luidruchtig. Niet een beetje maar heel luidruchtig. Slaan met de deuren, muziek op standje 110 en dag en nacht geklets en gelach voor je deur. Gezellig voor hun maar als je voor de rust komt is dat minder gezellig. We lachen vriendelijk tegen ze. Inmiddels weet ik dat je geen moeite hoeft te doen om te vragen of ze het wat rustiger aan willen doen. Ze proberen het echt, maar 5 minuten later is het weer een kakofonie aan geluiden.  

En met boos worden kom je al helemaal nergens mee in Indonesië. Trouwens, wie zijn wij, om te gast te zijn in hun land en te bepalen wat de regels zijn. We ondergaan het lijdzaam en gaan er vanuit dat zondag de rust weer terug keert. 

De volgende ochtend verkennen we het eiland. Binnen een halfuur zijn we het eiland rond gelopen. De eilandbewoners zeggen vriendelijk goedemorgen. Je kunt echt merken dat het toerisme hier nog in de kinderschoenen staat. Geen overdaad aan eten en cocktails zoals de Gili’s voor de kust van Lombok, maar eenvoudig eerlijk eten en drinken. 

De Indonesische weekendtoeristen zijn inmiddels weg en wij zijn verkast naar het huisje met het meest geweldige uitzicht. Het is heerlijk om vanaf de veranda de tropische vissen voorbij te zien zwemmen. Schildpadden voor je deur zwemmen. Als ze met hun kopje komen boven drijven hoor je een grote zucht. PFFFFFF!!! Ik kan er wel uren naar kijken en luisteren. Jochies van het eiland komen na school met hun bootje voorbij. Ze springen in het water op zoek naar een schildpad om op mee te liften. This is the real island life! 

Foto’s