Bayi Ibrahim

5 november 2016 - Songgom Lor, Indonesië

Het voelt een beetje onwerkelijk voor mij, maar wat is het fijn om weer in Indonesië te zijn. Het doel van mijn reis is helemaal geweldig. Ik ga naar mijn kleinkind toe! Wat is er nu mooier dan het vasthouden van iets moois wat ook een heel klein beetje van mij is.
Indonesië! Het is en blijft een land van uitersten. De mensen zijn ontzettend lief en hulpvaardig. Ook zie ik nu weer de armoede en ellende op straat. De krotten naast het spoor, kleding hangt te drogen op sloopauto's en mensen lopen met hun blote voeten door het afval. Ik word verdrietig als ik de mensen zie en het afval op straat of in de rivier zie liggen. 


De treinreis naar Brebes duurt ongeveer 4,5 uur. 
De treinen op Java zijn goed en over het algemeen een stuk veiliger dan het verkeer op de weg. Ik heb een iets duurder kaartje gekocht. Ik krijg een stoel aangewezen. Het reist toch een stuk relaxter dan samen met 2 andere mensen op een bankje gepropt te zitten voor 4,5 uur. Als ik aankom op het treinstation van Brebes zie ik Marlon al meteen. Hij ziet er goed uit. Hij is zelfs aangekomen. Het weerzien voelt goed! Marlon heeft een busje geregeld. Onderweg naar Geblug hebben we veel bij te praten. We komen eerst door het dorp Jatibarang, dan door het dorp Jatirokeh. Vreemd dat je in zo'n korte periode veel herkenningspunten hebt opgedaan. Een paar maanden geleden ben ik hier slechts 1 dag geweest. De kliniek, de rivier, het zijpaadje etc. Het busje slaat af richting het dorp Geblug. Marlon wijst naar hun huis in aanbouw. Het ligt aan de rand van het dorp. We zijn er nu bijna. Mijn hart gaat sneller kloppen. Het busje stopt en ik stap uit. Ik zie de vader van Kania staan en geef hem een hand. Ik kijk naar binnen. Ja hoor, Kania en Ibrahim wachten me op. Ik ga snel naar binnen. Ik kus Kania en kijk verwonderd naar die kleine. Wat voel ik een liefde voor dat kleine propje in haar armen. Kania geeft Ibrahim aan mij. Ik kijk en kijk en kijk. Wat is hij prachtig! Wat is het fijn om hier te zijn. De lange reis, de ongemakken vallen in het niet bij het vasthouden van Ibrahim. De  rest van de middag hou ik hem vast en sla ik elke geluidje en beweginkje op in mijn geheugen. 
Wat ben ik toch trots op de beide jonge ouders. De start is niet gemakkelijk. Ze doen het zo goed! Bij het zien van zoveel liefde voor hun kindje voelt het goed. Ook zo trots op Marlon dat hij de verzorgende vaderrol op zich neemt. Hij wast, verschoont en voedt Ibrahim met een gemak alsof hij nooit anders heeft gedaan. 
De rest van de dag komt er veel bezoek langs. Er wordt gekletst en gelachen. Mensen die ik de vorige keer heb ontmoet herken ik ook weer. Ook veel nieuwe gezichten. Af en toe hoor ik de buren  buiten zijn naam roepen. 'Ibrahim, Ibrahim'! Net alsof ze willen zeggen; 'kom je buiten spelen?'.

Ik eet rendang. Het is heerlijk. Als het bijna donker is en tijd voor de Maghrib is wordt het rustiger in huis. We eten nog wat en om een uur of half 8 ben ik bekaf. Marlon gaat ook slapen. Ze werken in shifts. Marlon zorgt voor Ibrahim zodat Kania kan doorslapen. Ik vind het een goede verdeling. Ze krijgen ook hulp van de moeder. In Indonesië is het de gewoonte dat er wordt gewaakt. De eerste 40 dagen zijn erg belangrijk voor de pasgeboren baby. Moeder waakt (slaapt) in de kamer en vader waakt (slaapt) buiten. Ik vind het wel iets hebben.
 

Foto’s

1 Reactie

  1. Veronique:
    7 november 2016
    Prachtig! Geniet van je mooie familie, trotse oma! Liefs Veronique