Begrafenisceremonie Toraja

4 juni 2016 - Celebes, Indonesië

Om 8 uur worden we opgehaald door onze gids Gibson. We maken kennis met onze chauffeur Made. Op de vloer van de auto liggen stukken karton. Later op de dag begrijp ik waarom. We rijden op een sukkelgangetje door
Rantepao. Op een gegeven moment horen we het geluid van motoren. Het klinkt net zoals op een motorcross. Gibson legt uit dat als iemand 'ziek' (overleden) is dat familie en vrienden 'de zieke' naar huis brengen. Ook al woonde degene in Makassar of Jakarta. Bij de Torajapoort (het begin van Torajaland) halen familie en vrienden de 'zieke' op en begeleiden hem of haar naar huis.

We rijden naar de plaats Kambira. We bezoeken een traditioneel Tongkonanhuis. Gibson licht de indeling van het huis toe. Noord staat voor leven en zuid voor dood. Hij vertelt ook wat de diverse panelen aan de buitenkant moeten voorstellen. Ze gebruiken alleen de kleuren zwart, wit, rood en geel. Ik koop wat vanillestokjes van een vrouw. We lopen nu naar de babygraven. Als een baby overlijdt en nog geen tanden heeft wordt de baby in een boom begraven. De gedachte is dat de boom een soort baarmoeder is. De boom zorgt voor de baby. Als een baby overlijdt kapt een familielid het graf in de boomstam. De begrafenis moet binnen 24 uur plaatsvinden. De graven zijn bedekt met bladeren van de sagapalm. Na verloop van tijd zal het gat dicht groeien, zodat de ziel van de baby voor altijd door de boom beschermd wordt. De ziel groeit met de boom mee en kan zo toch nog het hiernamaals bereiken. Tot op heden wordt deze manier van begraven nog steeds toegepast. Gelukkig door de verbetering van de medische zorg komt het niet zo vaak meer voor. De boom staat op een mooie plek. Het roept verstilling op. 

We gaan op weg naar een grot in Tampangallo. Deze graven zijn ongeveer 600 à 700 jaar oud. De kisten zijn voorzien van schitterend houtsnijwerk. Bij sommige kun je de vorm van een boot of varken nog onderscheiden. De Torajabevolking is overigens christen. Net zoals op Sumatra hebben missionarissen hier ook hun 'best' gedaan. Ook hier zijn de eerste missionarissen 'een kopje kleiner' gemaakt. Wat ik opmerkelijk vind is dat de 'oude tradities' in ere worden gehouden ondanks het christendom. Gibson zegt dat ze in eerste instantie de Torajagebruiken in ere houden en daarna pas christen zijn. De grot is prachtig. Ook hier zijn weer prachtige tau tau poppen te bewonderen.

We gaan weer de auto in en gaan op weg naar de ceremonie. Vrouwen zijn druk bezig in de 'keuken' als we aankomen. Grote pannen staan op het vuur. We lopen door. Ik zie rijen lange huisjes. Gibson vertelt dat ze een paar maanden voor de ceremonie al beginnen te bouwen met deze tijdelijke onderkomens. Iedereen in het dorp en de familie heeft een rol legt Gibson uit. Degene die werken in Jakarta of Makassar zorgen voor het geld, degene die in het dorp wonen bouwen o.a. de tijdelijke onderkomens voor de gasten. Alle onderkomens zijn genummerd. Degene die is overleden behoort tot de nobele kaste. Je ziet het aan het aantal rijsschuren. Des te meer rijstschuren hoe welvarender de familie(clan) is. We volgen Gibson. Hij loopt naar de rijstschuren. Hij wordt onderweg vriendelijk toegeknikt en gedag gezegd. Gibson is volgens mij een gerespecteerd man in Toraja. We maken kennis met de sjamaan en de familie. Om de kerk niet al teveel voor het hoofd te stoten wordt er eerst een mis opgedragen. Al met al een hele zit als je de taal niet verstaat en je niet gelovig bent. Na de mis krijgen we koffie met mierzoete koekjes. Het zijn ontzettende lekkere koekjes. Worden alleen geserveerd tijdens een ceremonie. Ik zit naast een Indiaas meisje uit New Dehli. Ze verblijft ook in Poppie's guesthouse. We praten wat. Ze vertelt dat ze een artikel over de ceremonie schrijft voor een New Yorkse glossy. Er is een wijziging in het programma krijgen we te horen. We blijven zitten en krijgen een lunch aangeboden. AHet traditionele gerecht wordt geserveerd. Het is varkensvlees in bamboe bereid. Voor mij net iets te vet maar het ruikt heerlijk. Ook verschillende groentes. Het smaakt allemaal bijzonder goed. Kun je nagaan dat er voor meer dan 1000 man is gekookt. Er is geen tijd om even bij te komen van al dat lekkers.  Berend overhandigt een slof sigaretten als geschenk aan een familielid. Ik hoor muziek. Gibson leidt ons naar een groep vrouwen toe. Met bamboestokken slaan ze op de rijsttrog. Het is bijna een hypnotiserende melodie. Ik kijk gebiologeerd naar de bewegingen die de vrouwen maken. Af en toe stoppen ze om te overleggen. Zelfs Gibson lijkt onder hypnose. Ondertussen gaan de druppels over in een gigantische stortbui. De bui houdt aan. Het is leuk om de mensen te observeren. Ik geniet ervan. Op een gegeven moment moet ik naar de wc. De wc is een bamboehutje met slechts een doek voor de ingang. De wc is een grondwc. Het is warm en vochtig in het hok. Het zweet gutst van mijn lijf af. Om mij heen hoor ik de varkens wroeten in de aarde en knorgeluidjes maken. Ik moet er   van grinniken. Opgelucht dat ik 'ongestoord' van de wc heb gebruik kunnen maken loop ik naar buiten. Ondertussen komen mannen met buffels aangelopen. De buffels zijn beresterk. De mannen hebben moeite om ze in bedwang te kunnen houden. De buffels worden geshowd.  De buffels worden later geofferd. De ziel van de overledene reist mee met de geofferde buffels. Hoe meer buffels er worden geofferd des te 'belangrijker' is de familie. Er volgt een processie door het dorp. Voorop lopen de kleinkinderen, daarna de buffels, en dan lopen de familieleden in het zwart gekleed achter de lijkbaar aan. Ze houden een rode doek vast die hen met kist verbindt.
Ik sta in de bocht. Ik heb zo een mooi overzicht over het geheel. Ik kijk mijn ogen uit. Het is gewoon teveel om alles in me op te nemen. De optocht verloopt in chaos, blijdschap en gejoel. De buffels zijn bijna niet meer te houden. De zon is inmiddels weer gaan schijnen en door de regen is het één grote modderpoel geworden. Zompige rode aarde kleeft er aan mijn schoenen. De mensen in de optocht maken slidebewegingen met hun voet om elkaar, maar ook de omstanders met modder te besmeuren. De draagbaar met kist komt voorbij. Sterke jonge mannen dragen  de draagbaar op een bamboeframe. Ze gooien de draagbaar alle kanten op. Zo te zien hebben ze er zelfs lol in. Op elk kruispunt draaien ze de draagbaar een paar keer in het rond. Dit wordt gedaan om de boze geesten op een dwaalspoor te brengen, zodat ze de ziel van de overledene op reis naar hiernamaals niet kunnen storen. De optocht gaat naar de eerder geplaatste steen (monoliet) aan de rand van het dorp. Als de optocht weer terug komt is het één groot modderspektakel onder de mensen. Ik kijk op een veilige afstand toe. Er is even tijd om rust te nemen. De mannen krijgen bier en de vrouwen frisdrank. De sjamaan maakt het bamboeframe los van de draagbaar. De kist wordt uit de draagbaar gehaald. Met een aantal mannen wordt de kist in het huis naast de tongkonan geplaatst. Met veel ceremonie gaat dit gepaard. Nu is de 'zieke' officieel overleden. De tau tau pop wordt onder het huis geplaatst. De kist zal de komende dagen in het huis blijven staan totdat het uiteindelijk naar de laatste rustplaats wordt gebracht. Het is weer tijd voor koffie met zoete versnaperingen. De sjamaan vertelt over het leven van de vrouw. Twee buffels worden gebracht. Ze worden ritueel geofferd. Ik vind het nogal wat en kijk de andere kant op. Ook al is het nu eenmaal het gebruik hier, ik vind het best heftig. De buffels worden nadat ze geofferd zijn meteen van hun vel ontdaan en in stukken gehakt. Vrouwen zingen op monotone toon een lied. De kleinkinderen zitten klaar om de gasten te verwelkomen. De gasten lopen in processie achter de 'master of ceremony' aan. De gasten hebben geschenken meegebracht. Dit is in de vorm van een aantal buffels of varkens. Om ze te bedanken voor deze geschenken nodigt de familie ze uit om te gaan zitten. Hier is weer een verdeling in kastes. Vooraan zit de nobele kaste en achterin de lage kaste. Mannen en vrouwen zitten apart. De gasten gaan zitten. De vrouwen van de familie komen in een processie aangelopen met potten. In de potten zit tabak voor de heren en betelnoten voor de vrouwen. Ook wordt er weer koffie en thee geschonken. Gibson vertelt dat de gasten daar de rest van de dag blijven zitten tot 's avonds laat. Het is pas de tweede dag van de begrafenisceremonie. Een begrafenisceremonie kan zelfs 7 dagen duren. Gibson stelt voor om te gaan. We lopen langs de monoliet. Op een hoge bamboestellage zijn mannen de geofferde buffels in stukken aan het hakken. Onder de stellage zitten mannen in hurkstand. Af en toe wordt er een homp vlees naar beneden gegooid. Iemand loopt er naar toe en pakt het stuk vlees op. Ik vraag aan Gibson hoe iemand weet welk stuk vlees voor hem is. Dat 'weten' ze gewoon zegt hij. Ook hier speelt het kastesysteem een rol bij. Het lijkt mij een ontzettend ingewikkeld manier om te leven. Als ik er met Gibson over heb zegt hij dat het niet zo is. Elke kaste heeft een eigen rol en taak, en dat maakt het juist zo overzichtelijk zegt hij. 

We gaan nog naar een begraafplaats toe in Londa. In de rotswand zijn graven uitgehakt. De ruimtes zijn groot genoeg voor een familiegraf. Degene die het graf uithakt krijgt betaald in de vorm van een buffel. De omgeving rondom de begraafplaats is ook weer zo mystiek, net zoals elke andere begraafplaats in dit prachtige gebied.

Op de terugweg nodigt Gibson ons uit om nog bij hem thuis koffie te drinken. Naast het gidsen verbouwt Gibson ook nog eens Torajakoffie. Wij zeggen uiteraard geen nee tegen de uitnodiging. We maken kennis met zijn vrouw en zoontje. Gibson vertelt over het proces van plukken tot met het branden toe. Echt indrukwekkend. De koffie is magnifiek! De geur en smaak zijn nagenoeg perfect. Vele malen beter dan de overgewaardeerde kopi luwak vind ik persoonlijk. Helaas hebben wij teveel bagage mee te zeulen om ook nog eens één kilo koffie mee te nemen. Gibson komt er wel. Hij pakt de zaken net zo grondig en serieus aan als het gidsen. Na de koffie nemen we afscheid van Gibson. 

Vele dagen later ben ik nog steeds bezig om alle indrukken te verwerken. Het bezoeken van de graven vond ik bizar. Het gevoel om iets te betreden wat niet hoort. Is het omdat ik er met een Westerse blik naar kijk? Ik weet het niet. De sfeer in de grotten. Hoofden, armen en benen. Allemaal mensen. De bijgewoonde begrafenisceremonie. De uitbundigheid van mensen. Het offeren van dieren. Het leven in een kastesysteem. Weten waar je plaats is in de gemeenschap. Misschien stond ik teveel 'open' voor de sfeer en de mystiek. Ik weet wel dat het Torajavolk met ontzettend veel respect omgaat met hun overledenen. Het heeft in ieder geval een diepe indruk bij mij achtergelaten. 

PS de foto's zijn te zien in de map 'begrafenisceremonie'. De foto's kunnen nogal schokkend zijn!

Foto’s

1 Reactie

  1. Pa & Ma Klaessen:
    5 juni 2016
    Lieve Puck,
    Met mijn reactie's heb ik mijn belevenissen beperkt tot Oost Java. Het commentaar is voor alle reisverslagen ! Enig uitleg voor "Joepieai" (United Press International) gegeven door mijn reportage's tijdens het begeleiden van de Amerikaanse mariniers. Dit even terzijde.
    Ja, het einde nadert en alle indrukwekkende en aangrijpende belevenissen
    aan het papier toevertrouwd ligt nu vast, ook voor het nageslacht.
    Als je nog tijd had zou een studie antropologie op jou toegesneden zijn !
    Wellicht nog te doen ? Want dit vermogen mag niet teloorgaan om als
    antropologe de mystiek van het leven te doorgronden.
    .Geniet met Berend nog van resterende tijd. Blijf alert ! Op D- Day vertrekken terug naar het Avondland en een goede reis!

    Liefs en groetjes, Pa